E-nummers... wat is het precies? Waarom zitten ze in ons eten? Heeft het effect op onze gezondheid? Bijna iedereen die wel eens op een verpakking van een product kijkt, zal deze vragen weleens aan zichzelf hebben gesteld. Daarom wil ik met dit artikel meer duidelijkheid scheppen.

Wat zij E-nummers?
Dit zijn hulpstoffen en toevoegingen die in voedsel zitten en zijn goedgekeurd door de Europese Unie. Ze zorgen er bijvoorbeeld voor dat producten langer houdbaar zijn, de smaak goed blijft en niet verkleurt. In totaal zijn er 350 soorten E-nummers met allemaal hun eigen functie:
E100-181 Kleurstoffen
E200-252 Conserveermiddelen
E260-297 Voedingszuren
E300-321 Antioxidanten
E322-392 Voedingszuren
E400-495 Geleermiddelen, emulgatoren, stabilisatoren en verdikkingsmiddelen
E500-586 Zuurteregelaars, antiklontermiddelen en rijsmiddelen
E620-650 Smaakversterkers
E900-915 Glansmiddelen en anti-schuimmiddelen
E920-928 Meelverbeteraars
E938-949 Verpakkingsgassen en drijfgassen
E950-969 en 420-421 Zoetstoffen
E999-1300 Diverse hulpstoffen
E1400-E1500 Gemodificeerde zetmelen
E1500-1525 Kunstmatige smaakstoffen en oplosmiddelen voor aroma's
Veiligheid en controle
Deze E-nummers worden toegevoegd aan voedingsmiddel om ons lichaam te beschermen tegen schadelijke stoffen die door fabrikanten kunnen worden toegevoegd aan producten. Eigenlijk zijn het dus goede stoffen, de aangeven dat een product veilig is om te kopen. Alle E-nummers die worden toegevoegd zijn door de Europese Unie goedgekeurd. Fabrikanten moeten hiervoor een uitgebreid onderzoekspakket aanleveren, die aantoont dat een product met de bijbehorende hulpstoffen geen schadelijke gevolgen heeft voor de gezondheid.
De EFSA is de instantie in Europa die dit onderzoekspakket bestudeert en aangeeft op het E-nummer veilig is of niet. Om een voorbeeld te geven, glansmiddelen worden gebruikt om een product een mooie glas te geven. Hierdoor wordt het product ook aantrekkelijker voor de consument. Het zit het o.a. op de schil van fruit, chocolade en koffiebonen.
Natuurlijke en synthetische E-nummers
De meeste E-nummers zijn van natuurlijke oorsprong: ongeveer zo’n 80 procent. Voorbeelden van natuurlijke E-nummers zijn bietenrood, citroenzuur, appelzuur en vitamine C. Natuurlijke E-nummers komen dus van nature voor in producten, zoals appelzuur uit appel. Synthetische E-nummers worden gemaakt in een laboratorium en daarna toegevoegd in het product. Ze zijn goedkoper om te maken, waardoor hier meestal voor gekozen wordt. Voor ons lichaam maakt het eigenlijk geen verschil en is het ook niet per definitie slechter.
Uit gezondheidsoogpunt zijn E-nummers dus veilig, maar er is ook niets mis mee om ze te schappen uit je voeding. We weten natuurlijk allemaal dat het gezonder is om een appel te eten met appelzuur dan een product waar de synthetische vorm aan toegevoegd is. Hoe minder een product is bewerkt, hoe gezonder het voor ons lichaam is.
Conclusie
Mijn advies is om zo min mogelijk bewerkte voedingsmiddelen te consumeren, maar dat we ook niet bang hoeven te zijn voor E-nummers. Maak vooral een keuze waar jij jezelf goed bij voelt.